Nederlandse bedrijven maken tempo met het implementeren van supply chain management. Dat betaalt zich uit in betere bedrijfsresultaten, blijkt uit onderzoek. Michel van Buren van BLMC: ‘De ‘supply chain train’ rijdt steeds sneller. Wie wil aanhaken, moet nu instappen.’

Steeds meer bedrijven in Nederland onderkennen dat supply chain management een belangrijke bijdrage kan leveren aan het bedrijfsresultaat. Dat blijkt onder meer uit de Nationale Supply Chain Monitor, die laat zien dat het Nederlandse bedrijfsleven op een schaal van 1 tot en met 5 een vol punt hoger scoort dan drie jaar geleden. Dat is een forse sprong vooruit in relatief korte tijd. ‘Bedrijven die willen aanhaken, moeten nu echt op de supply chain trein stappen voordat hun concurrenten een voorsprong hebben die niet meer in te halen is. De ‘supply chain train’ wacht niet’, stelt Michel van Buren, directeur van BLMC.
Samenwerken – intern met andere afdelingen of extern met ketenpartners – deden bedrijven in feite al, maar in vrijwel alle gevallen was dat nog weinig gestructureerd. Nu komen ze meer en meer tot de ontdekking dat samenwerking pas echt succesvol is als die is ingebed in de organisatie. Dat kan door bijvoorbeeld cross-functionele processen met cross-functionele teams op te zetten. ‘Dat blijkt in de praktijk nog niet zo eenvoudig te zijn. Met alleen het opstellen van processen en procedures, eventueel ondersteund door IT-systemen en aangevuld met een set prestatie-indicatoren, komen bedrijven er niet Supply chain management vraagt onder meer ook om een gedrags- en cultuurverandering’, verklaart Van Buren.

Gestructureerde en integrale aanpak
BLMC, naast recruitment en interim management gespecialiseerd in het optimaliseren van supply chains, heeft een aanpak ontwikkeld waarmee bedrijven in tien stappen snel supply chain management succesvol kunnen implementeren. Na het in kaart brengen van de situatie start deze aanpak met het ontwerpen van een supply chain strategie, zo nodig per product/marktcombinatie. Uiteraard ondersteunt met data-analyses.

Het is van strategisch belang om te bepalen welke service (o.a. flexibiliteit, snelheid, betrouwbaarheid, kwaliteit) tegen welke kosten worden geleverd aan welke groep klanten. Het gevaar is dat anders service wordt geleverd waar men niet voor betaald, of sterker nog wel voor betaald maar niet krijgt. Het gevolg is een niet valide klantwaarde die je levert waardoor je je zelf op den duur uit de markt prijst door te hoge kosten of klanten die naar de concurrent gaan. De kwantificering oa op basis van data-analyses is van groot belang om naar het optimum te kunnen bewegen.

Vervolgens is het zaak de juiste processen in te richten, prestatie-indicatoren te formuleren, cross-functionele teams samen te stellen en rollen en verantwoordelijkheden de te verdelen.
Dit is noodzakelijk omdat anders de tegengestelde belangen van sales, finance, productie, inkoop en logistiek de boventoon voeren in plaats van het optimum gedefinieerd volgens de PMC’s.

Finance zal traditioneel gaan voor het verlagen van het werkkapitaal, productie voor het verbeteren van de efficiency en verlaging van kosten per eenheid product, inkoop grotere hoeveelheden inkopen voor schaalvoordelen en marketing / sales veel voorraad, nieuwe producten, met het liefste oneindige mogelijkheden

Vervolgens gaat het om de juiste cultuur te implementeren, de benodigde gedragsverandering te realiseren en een effectieve informatie- en communicatievoorziening in te richten. De laatste stap bestaat uit het monitoren van de prestaties en het bijsturen van de keten waar dat nodig is.
Wat deze aanpak uniek maakt, is de gestructureerde aanpak en het integrale karakter met aandacht voor processen, systemen EN mensen. ‘Zeventig procent van de veranderingsprocessen in bedrijven mislukken vanwege het menselijke aspect. Zelfs als mensen beseffen dat ze moeten veranderen, betekent dat niet dat het ook gebeurt. Tussen willen en doen zit een groot verschil. Mensen hebben het misschien te druk, geen vertrouwen in zichzelf of snappen het niet. Op dat moment is leiderschap nodig’, aldus van Buren.

Niet soft
Is dat niet wat al te soft, die aandacht voor gedrag, cultuur en leiderschap? ‘Nee, dat is gebaseerd op harde feiten’, antwoordt Van Buren. Hij verwijst naar een recent wetenschappelijk onderzoek naar het verband tussen cultuur en supply chain management. Daaruit blijkt dat bij 36 procent van de bedrijven cultuur een randvoorwaarde is voor succesvol supply chain management. ‘Die bedrijven halen dus aantoonbaar betere bedrijfsresultaten’, stelt Van Buren.
BLMC verwijst naar de Supply Chain Check op de website van BLMC, een korte vragenlijst waarmee bedrijven inzicht krijgen in hun huidige prestaties en in hun lacunes op het gebied van supply chain management. BLMC helpt hen vervolgens met speciaal ontwikkelde supply chain modules om die lacunes op te vullen. ‘En dat gaat niet altijd om dure, ellenlange trajecten. De inzet van de module ‘supply chain strategie’, de module ‘kpi’s en ketenmonitoring’ of meerdere dagdelen over leiderschap, cultuur en competenties kan al voldoende zijn om aan te haken bij de supply chain train.’