Wie samenwerking in de keten wil realiseren, kan zich niet beroepen op zijn hiërarchische positie binnen een bedrijf en moet andere wapens in de strijd gooien. Binnen het Supply Chain Excellence Leadership Platform (SCELP) is daarom onderscheid gemaakt tussen verticaal en horizontaal leiderschap. Tijdens de SCELP-bijeenkomst van 1 december 2015 noemt prof. dr. Rob Blomme van Nyenrode Business Universiteit dat onderscheid nutteloos. “Leiderschap is niets meer dan de legitimatie om andere personen te beïnvloeden. Waar het om gaat is de bron van die legitimatie.”

Blomme laat zien dat veel facetten van modern leiderschap hun oorsprong in het verre verleden vinden. Dat begint al met de Chinese veldheer Sun Tzu, die zijn ideeën over leiderschap bundelde in het boek ‘De kunst van het oorlog voeren’. Volgens Sun Tzu is het zaak een strategie te ontwikkelen en die in de praktijk te brengen door taken en activiteiten te definiëren. Daardoor ontstaan functies en processen, waaraan vervolgens mensen moeten worden gekoppeld. “Dat noemen we tegenwoordig people management. We doen alsof dat een nieuwe begrip is, maar Sun Tzu heeft daar 500 jaar voor Christus al erg goed over nagedacht”, stelt Blomme op een bijeenkomst van SCELP, een initiatief van BLMC en Nyenrode Business Universiteit. “Leiderschap is een volstrekt overschat begrip.”

Eén van de lessen die we uit het verleden kunnen leren, is dat leiders legitimiteit nodig hebben. Iemand wordt pas een leider als anderen – de volgers – hem als leider accepteren. De Duitse socioloog Max Weber spreekt in dat verband over sociale uitwisseling. Mensen doen zaken met elkaar, maar soms biedt de een iets extra’s dat de ander nodig heeft. De ander gaat dan volggedrag vertonen in ruil voor dat extra’s. “Bij verticaal leiderschap vindt die legitimatie plaats op basis van bijvoorbeeld loon. Bij horizontaal leiderschap gaat het om andere zaken zoals kennis, informatie of kansen.”

Bron van legitimatie
Volgens Blomme is het onderscheid tussen verticaal en horizontaal leiderschap eigenlijk nutteloos. “In wat voor situatie je ook zit: het gaat om de sociale uitwisseling waarbij volgers proberen hun psychologische behoeftes te vervullen door een persoon – de leider – die daartoe in staat is. Alles draait om de bron van je legitimatie. Als het gaat over ketensamenwerking, is het zaak om op zoek te gaan naar die bronnen van legitimatie die ervoor zorgen dat je anderen meekrijgt.”

Weber maakt onderscheid tussen drie vormen van leiderschap:

  • Traditioneel leiderschap: daarvan is sprake als leiders een gezaghebbende positie hebben opgebouwd.
  • Charismatisch leiderschap: als mensen goed kunnen overtuigen, praten of andere belangrijke fysieke kenmerken hebben.
  • Legaal-relationeel leiderschap: leiderschap op wettelijke gronden of positionele macht.

Volgens Blomme praten we bij verticaal leiderschap eigenlijk alleen over de derde vorm van leiderschap: leiderschap gebaseerd op hiërarchie. “Laten we wel wezen: managers die zich alleen baseren op hun positionele macht, zijn verloren. Belangrijk is om gebruik te maken van die andere twee vormen van leiderschap, zeker in ketens waarin het zaak is andere partners zover te krijgen dat ze gaan samenwerken.”

Kennis en visie
Charisma is belangrijk in leiderschap, maar ook inhoudelijke kennis is van belang. Een leider moet een visie hebben en taken kunnen definiëren. Hij moet weten hoe iets moet gebeuren en aanwijzingen kunnen geven, maar ook geduld hebben voor de mensen die die nieuwe taken moeten aanleren. “In de jaren negentig was het een trends om managers zonder kennis van zaken aan te stellen. Zij hoefden alleen maar een people manager te zijn. Die zijn grandioos ten onder gegaan. Onderzoek laat zien dat je wel degelijk kennis en visie moet hebben.”

Tot slot wijst Blomme op de context waarin leiders en volgers zich bevinden. “De context beïnvloedt de sociale uitwisseling. Charisma is bijvoorbeeld belangrijk als je tegenover iemand zit, maar minder belangrijk als de afstand groot is. Als de leider op afstand zit, wordt juist de inhoudelijke kennis weer belangrijker”, aldus Blomme, die alle aandacht voor leiderschap overtrokken noemt. “Leiderschap is helemaal niet zo bijzonder. Leiderschap is niets meer dan de legitimatie om andere personen te beïnvloeden.”